Aangezien zware bedrijfsvoertuigen verantwoordelijk zijn voor meer dan 25% van de uitstoot van het wegtransport en 6% van de totale Europese uitstoot, heeft het Europees Parlement op 10 april 2024 een akkoord goedgekeurd met de Raad. Dit akkoord strekt ertoe de doelstellingen voor de reductie van CO2-uitstoot van nieuwe zware voertuigen op de markt te verhogen, met als doel de strijd tegen klimaatverandering, voor deze hoge uitstoot intensieve sector, te versnellen.
Wat legt de nieuwe Europese verordening op?
Op 10 april 2024 keurden de Europese parlementsleden een nieuwe maatregel goed om de CO2-uitstoot2van nieuwe zware voertuigen, bussen en aanhangwagens te verminderen. Deze maatregel wordt beschouwd als een essentiële vooruitgang om de EU-doelstellingen voor klimaatneutraliteit tegen 2050 te halen.
Volgens de goedgekeurde tekst moet de CO2-uitstoot2 van zware vrachtwagens (inclusief bedrijfsvoertuigen zoals vuilniswagens, kiepwagens of betonmixers) en bussen als volgt worden verminderd:
- Met 45% voor de periode 2030-2034
- Met 65% voor 2035-2039 de 65 % pour 2035-2039
- Met 90% vanaf 2040
Deze doelstellingen, die gelden voor nieuwe zware vrachtwagens van meer dan 7,5 ton en autobussen, komen boven op de al bestaande doelstelling om de uitstoot tegen 2025 met 15% te verminderen in de huidige verordening.
Opmerking : Stadsbussen moeten per 2030 hun uitstoot met 90% verminderen en per 2035 nul emissie voertuigen zijn. Er worden ook reducties opgelegd voor aanhangwagens (7,5%) en opleggers (10%) vanaf 2030.
De uitdaging van de energietransitie aangaan
Voor de transportbedrijven is de uitdaging enorm. Door de verkoop van nieuwe zware voertuigen op fossiele brandstof vanaf 2040 te verbieden, dwingt de nieuwe Europese regelgeving hen om een ingrijpende verandering door te voeren in hun bedrijfsmodel om concurrerend te blijven. Anticiperen op het post-dieseltijdperk, de brandstofvoorziening heroverwegen, de vloot moderniseren: een ingrijpende verandering voor de hele sector.
De grootste uitdaging zal zijn om te bepalen welke energieoplossing het meest geschikt is voor de verschillende activiteiten. Er dringen zich al verschillende alternatieven op: koolstofarme vloeibare brandstoffen, aardgas of hernieuwbaar gas, elektrisch met batterijen of waterstofcellen. Het ombouwen van bestaande voertuigen met verbrandingsmotoren naar elektrische voertuigen, zou ook een plaats kunnen krijgen.